dinsdag 27 maart 2012

Sleutel



Na de crash van vorige keer leken mijn hersens  zeker een halve week op macaroni uit een snelkookpan; één grote brij.
Het effect was, net als bij spierpijn, na twee dagen op zijn hevigst.
Toen besloot de macaroni dat ie nu beslist overgaar was, er moest wat kookwater uit de pan. Nadat ik eerst huilbuien kreeg op ongemakkelijke momenten – als je dat overkomt in de supermarkt voor het groenteschap kom je best labiel over-   werd ik  opstandig. Alles was té dichtbij  gekomen, er was in mijn ziel geroerd, verdorie. Dus zocht ik een manier om weer afstand te creëren. Tot mezelf in de eerste plaats,maar de gemakkelijkste weg is natuurlijk langs anderen.
Kortom, ik was niet bepaald een plezier voor mijn omgeving, ik zocht ruzie en wie het wou kon het krijgen ook.

Gelukkig is mijn omgeving wijs genoeg om daar niet op in te gaan, anders was ik in de val van mijn eigen ego getrapt. Pijn is als je persoonlijke doos van Pandora: je kunt het proberen te  overschreeuwen, maar eenmaal geopend is het overal. En vooral  geen ruzie mee zoeken, dat verlies je geheid.  Nadat het me de laatste keer vol in het gezicht sloeg, vond ik het ook welletjes. Een keer was genoeg.

Terugkomend op die vorige keer:
Exit poging om een raam te zoeken. Ik wou zo hard dat het er was dat ik niet zag dat het zinloos is om dingen te zoeken die er niet zijn.
Volg de weg van de logica:  zoek een sleutel, dan kun je deuren openen en sluiten als het jezelf uitkomt.

Zo. Genoeg metaforen. Op naar het echte werk.
Helemaal opgepompt voor nog een slooppartij kom ik er deze keer achter dat het niet altijd een tranendal hoeft te zijn. Het kan ook ontspannen en balans is het sleutelwoord.
Dat komt jammer genoeg niet aanwaaien, het vereist oefening. Meer in mijn hoofd dan met mijn spieren, aangezien ikweer tegen mijn instincten in moet gaan: bij inspanning  niet adem inhouden maar juist uitademen. Enjoy the moment. Op een spanningspiek even vasthouden terwijl je lol probeert te hebben en blaast.

Hoe oefen je dat?
Met een koprol. De hoogte in, halverwege vasthouden, niet doorrollen. Dat ziet er wat kolderiek uit, maar het is het resultaat wat telt tenslotte en zo is het ook gemakkelijker om die lol te hebben.
En met duwen. Bij tegenstand geen verzet, want daarmee put ik mezelf alleen maar uit. Dan ben ik weer ramen aan het zoeken en ik heb al vast kunnen stellen dat dat een gebed zonder einde is.
Nee, meegaan met de beweging terwijl je balans zoekt. Dansen als het ware.
Ook met m’n ogen dicht. Even de zintuigen uit en vertrouwen op gevoel.
Dat klinkt gemakkelijker dan het is, ik val behoorlijk om. Toch begint de gedachte erachter wel te groeien. Don’t play it hard, play it smart.
Deze nieuwe modus werpt frustraties op als ik me weer onder Gabriel uit moet worstelen. Vanuit stresspositie. Ik blaas, ontspan en friemel me een ongeluk om  los te komen maar hij leest nog net niet de krant.
Ik denk, ik denk na als een gek, toch voel ik me als Jamie Lee Curtis in de eerste Halloween – als ze bij het huis van de buren probeert binnen te komen op de vlucht voor Michael Myers-: “The keys!!! The keys!!!”  Ze weet dat ze in haar zak zitten, alleen kan ze ze in haar onrust niet goed vinden.

Die onrust gaat er nog wel uit, en dat zal de ene keer gemakkelijker gaan dan de andere. Ik weet nog niet waar dit naar toe gaat, welke kant ik uitgewerkt word.
Toch, die sleutel, ik heb hem in zicht.


Geen opmerkingen: