Diepgravend
zei ik, diepgravend wilde ik te werk gaan.
De
grenzen van wat ik kan? Geloof me, ik heb ze gevonden.
Het
was pijnlijk, het was confronterend, het was lelijk, maar vooral; nieuw.
En
het is het waard. Ik ben er nog lang niet, zoveel is duidelijk, maar de kop is
eraf.
Die
van mij ook, bijna.
Gabriel
mag een grote teddybeer lijken, maar dat lijkt dan ook alleen maar zo. Als ie
z’n legerstem opzet is het ineens hele andere koek.
Ik
dacht dat de drillsergeant uit Full Metal
Jacket veeleisend was, maar godallemachtig,i’ts a purrin’ pussycat compared to this bad-ass motherfucker.
Die
grenzen moesten dus opgezocht worden. Wil ik me daaroverheen kunnen trekken, moet ik ze eerst bereiken. De
bereidheid is er, so let’s get this
party started.
Bij
de warming up begint het; één centimeter te hoog en ik kan aan de push ups. Je
denkt dat je iets goed doet, maar nee, het moet beter, het kan beter. Ok.
Pittig, maar niet onoverkomelijk.
Vervolgens
wordt het tempo steeds opgevoerd, naar buiten, rennen over pallets en
autobanden, erop springen, er weer af, door een auto heen, balanceren, stoten.
Hier
begint mijn luchtpijp al omhoog te kruipen, maar wordt nog wat verder in de
krimp gejaagd met wat duw- en trekwerk.
Probeer
maar eens 105 kilo
mens van een pallet te duwen als jezelf 56 kilo weegt; alsof je een olifant in een luciferdoosje
wil doen.
En
weer door. Doorrennen, doorkruipen, doorstoten. Nog steeds heb ik het gevoel
het wel aan te kunnen, ik wil dit, en no
way in hell dat ik opgeef. Dat wordt ook steeds gevraagd; “ga je opgeven?!”
ga je opgeven?!”
Nee.
Integendeel. Ik word steeds verbetener. Ik wil winnen.
Waar
ik maar kan probeer ik op adem te komen, in twee seconden tussendoor, tijdens
een korte uitleg, waar dan ook. Maar de marges waarbinnen ik mezelf kan
herpakken worden steeds kleiner gemaakt.
Ik
red het niet meer met verstand op nul en blik op oneindig.
De
ademruimte wordt steeds krapper.
Er
is bijna niks meer over als ik
ingesnoerd word in een stootpak met hoofdbescherming. Ik hoor mijn adem, ik voel
hem, ik adem hem opnieuw in, onder die warme helm.
Rennen,
met het pak aan. “Zuurstof”, denk ik. “Alsjeblieft.” Ik visualiseer uithoekjes
in m’n lijf waar ik het vandaan pluk.
Maar het
kan nog zwaarder.
Tot
op dat moment wist ik niet dat ik kon vliegen, maar nu weet ik het wel; I’m officially airborne. Omdat door de
helm mijn zicht beperkt wordt, zie ik de klap niet aankomen – ineens vlieg ik door de lucht en kom een paar
meter verderop neer. Hard, en het duizelt, ik zie sterretjes. Verdomme. Beter
opletten. Opkrabbelen, doorrennen, nieuwe aanvallen ontwijken, opvangen, mijn
balans terugvinden. Meer klappen, meer stoten. Doorgaan.
Dan; het lukt niet meer, de lucht is weg. Ik kan niet meer ademen, mijn longen
werken op de een of andere manier niet met me mee. Dat wat ik tot dusver als
vanzelfsprekend aannam, is er niet. En paniek slaat toe: ik wil de helm
afrukken en naar adem snakken. Ik hyperventileer. Ik voel me gevangen, ik wil
eruit, dat is alles wat er nog over is aan gedachten. Iets anders is er niet.
Gabriel
schreeuwt dat ik moet blazen, blazen en niet in moet ademen. En dat de helm nog
niet af mag. Pas als hij het zegt. Ik haak in op zijn blik, hij moet me
erdoorheen slepen.
Het
gevoel van onmacht wordt zo groot dat er iets klikt in mijn hoofd. Dít is mijn grens, mijn angst gevangen te
zitten in mezelf. Geen meester meer te zijn van mijn eigen gedachten.
Afhankelijk te moeten zijn van iemand anders om me te redden.
Ineens
besef ik het: ik ben mezelf aan het bevechten. Niet hem.
Ik
ben me aan het verzetten tegen mijn eigen grens. Tranen prikken, het doet pijn.
Het voelt als een grens van prikkeldraad, door mij gespannen.
En
de enige die daar doorheen kan kruipen, ben ik. Niet vechten, maar geloven.
Moed
keert terug. Nee, moed is het woord niet. Een aanname, gebaseerd op uitputting.
Er is gewoon geen ruimte meer voor iets anders.
“Dit
kan ik”, denk ik.
En
ik merk dat ik verder kan lopen.
Mijn
tweede eerste stapjes.
Fotografie: Michel Vanderhoven
1 opmerking:
Respect!! It's hard, but the reward is priceless later on! Succes!
Een reactie posten