dinsdag 25 mei 2021

               Loslaten, let it flow



Ik kijk naar de man naast me, op het bankje in het park. Hij zit, nee hangt, ineengebogen, handen tussen zijn knieën geklemd. Heen en weer slingerend tussen verdriet, boosheid, en machteloosheid. 

Wat is er gebeurd? 

Zijn vrouw is, na een traumatische gebeurtenis, ondanks alle pogingen tot hulp,  nooit meer dezelfde geworden en heeft hem en zijn zoontje verlaten, en is buiten elk bereik geraakt. Ze is er vandoor. 

Zijn leven is volkomen op zijn kop komen te staan, terwijl hij moet dealen met zijn eigen verdriet terwijl hij zijn zoon liefde voor twee probeert te geven. En dat combineren met zaken praktisch overeind te houden.

Niet gemakkelijk, als je hele basis onder je vandaan is geslagen. 


Er zijn heel veel vormen van loslaten. Het is altijd een afscheid. Van dingen die je dierbaar zijn, van dingen die niet goed voor je zijn. Je kunt er voor kiezen, of de keuze wordt voor je gemaakt. Een ziekte dwingt je tot afscheid van dingen die voorheen vanzelfsprekend waren, een verlating of overlijden dwingt je tot afscheid van een dierbare. Dan bepaalt je lichaam je grens, of wordt die door een ander aangegeven, zonder vrije keuze van jezelf. 

Als je zelf kiest afscheid te nemen van iets wat niet goed voor je is, kun je zelf de grenzen stellen maar ook dat is nog niet zo gemakkelijk. 

Een slechte gewoonte loslaten, te veel roken of drinken, niet goed voor jezelf zorgen, brengt ook een afscheid met zich mee, omdat je weet dat het niet goed voor je is. 

Maar allemaal hebben ze één ding gemeen; 

Je wil niet, maar je moet.


Je moet, want je moet verder. En van ‘moeten’ schiet iedereen in de weerstand; 

‘Dat bepaal ik zelf wel’

‘Dat maak ik zelf wel uit’.

Alleen heb je soms niet zoveel in te brengen in dingen die gebeuren. Ik zie het aan de man naast me. Hij wil niet, maar hij moet. Hij moet zorgen voor zijn zoon, hij moet alles opnieuw bekijken en hij moet verder. Maar hij wil niet, hij wil dat alles bij het oude blijft.

‘Ze was zo mooi, weet je. Zo mooi.’ 

Ik zwijg.  

‘Ze kon een hele kamer oplichten totdat ze kapot ging. En ik kon het niet tegenhouden.’ 

Hij kan nauwelijks ademen, zo hoog zit het. Maar dan ook echt, z’n lijf geeft de grens aan, en vraagt om zuurstof, maar hij krijgt z’n longen maar amper gevuld.

‘En nu, nu is alles kapot, tegelijk met haar.’ Woedend kijkt hij me aan. ‘Waarom?’

Ik zeg dat ik daar geen antwoorden op heb. 

‘Ik deed alles. Ik zocht hulp. Ik hield zoveel van haar maar het was niet genoeg. Het hielp niet.’


Dit is niet iets wat ik zo 1,2,3 kan oplossen. Daar is het teveel voor, te complex. Het enige wat ik als eerste kan doen, is wat ruimte van binnen maken. Want daar is alles verkrampt, en vol angst, pijn, boosheid en verdriet. Om alles wat was, maar niet meer is.


Ik vraag hem waar in z’n lijf hij het meeste voelt. 

‘In m’n hoofd. Ik heb alleen maar gedachten. Ik drink om ze weg te krijgen.’

‘Ok, dat is je hoofd, maar waar zit het in je lijf?’

‘Maagkramp. De hele dag.’ En iets beschaamder, zachtjes; ‘diarree.’


Dat snap ik. Woede, frustratie, zorgen, dat slaat op de maag. Het gaat, om je hart te ontlasten, in je maag zitten om daar verteerd te worden. 


‘Kun je eens rechtop gaan zitten, je hand er op leggen en daar proberen naar toe te ademen? Zo diep als je kunt?’ 

Hij doet zijn best. Het kost moeite. Het zit zo ingekapseld inmiddels dat zelfs zuurstof moeite heeft het te bereiken. Maar uiteindelijk lukt het. En nog eens, en nog eens, gevolgd door een enorme boer die bijna door het hele parkje schalt. Mooi, daar is wat spanning uit. Ik kan er niets aan doen, maar ik moet keihard lachen, en hij daarna ook. Het lachen gaat over in snikken. En weer terug in lachen. Maar dan zijn de tranen even niet te stoppen, ze blijven over zijn wangen lopen, en via z’n nek z’n kraag in. 


Ik laat het maar gaan. Laat maar komen, let it flow. Het is goed. Om los te laten, moet je eerst erkennen. Erkennen wat er was, wat er is. Liefde en wrok. Zorg. Het gevoel niet genoeg te zijn geweest. 


We staan op, en lopen verder. Laat mensen maar kijken. Maakt niet uit, de drie mensen die passeren hebben wel wat anders aan hun hoofd, en glimlachen alleen.

‘Wat heb je nu nodig?’

‘Haar. Maar ze is er niet. Niet meer. Niet zoals ze was.’

‘Wat was ze?’ 

Hij wijst naar een witte tulp, in een perkje. ‘Dat. Veel te kwetsbaar. Zo fucking teer.’

‘Is teer mooi?’

‘Angstaanjagend mooi.’

We kijken naar de blaadjes, naar de bloem, naar de stengel, en hoe eigenlijk diep geworteld die zit. In een bol die elk jaar opnieuw tot bloei kan komen. 

‘Geef haar een jaar.’ 

‘Ik weet niet of ik dat wil.’ 

‘Wil of durf?’ 

‘Allebei.’

‘Weet je wat we doen. Pluk deze tulp, de bloei van dit jaar. Neem 'm mee naar huis. Zet ‘m in een vaasje. En kijk hoe langzaam, vanuit bloei, alle bloemblaadjes loslaten, de stengels te ver doorgroeien in de vaas met water, en daar langzaam over de rand gaan hangen. Geel worden, en sterven. Volgend jaar kom je terug. En kijk je wat over is van de bol, en of er een nieuwe bloei komt, want de bol zit nog in de aarde. Is dat een idee?’


Hij plukt de tulp. Hij kijkt er onhandig naar alsof hij de fijne blaadjes wil vermorzelen. De stengel wil breken. Één blaadje laat los in zijn hand. Hij knijpt het fijn, wrijft het stuk tussen zijn vingers. Ik zie dat dat goed doet. Hij heeft het nodig. Het is niet fijn om te zien. Er is nog veel te doen. Maar voor nu is het goed. 

We spreken af over twee weken. Ik zie hem weglopen, met de tulp in zijn hand. Schouders iets rechter. Ja, er is nog veel te doen, maar voor nu is er iets meer ruimte. Voor hemzelf, en zijn zoontje. 










zondag 23 mei 2021

                                           Loslaten



Loslaten…het is iets waar we allemaal wel eens tegen aanlopen. 

Niet iets wat je wil, soms hou je liever vast aan, gek genoeg, ook dingen die niet goed voor je zijn. Want hoe doe je dat, loslaten? 


Het begint met het besef. Dat iets je meer kwaad dan goed doet. Dat je buikpijn krijgt. Dat je leeg raakt, zonder gevoed te worden. Dat, als je zo door gaat en niet zou ophouden, dat je dan vroeger of later wrok zou ontwikkelen. Tegen degene,die voornamelijk neemt. Eist, verlangt of blijft vragen. Meer, meer, meer…

Of juist minder, minder minder geeft van wat je nodig hebt.


Tricky part daarin is dat het vaak gebracht wordt onder de noemer van liefde. Genegenheid. En let wel, van beide zijden. Dat is het gevaarlijke stuk. Want ja, ook jij, blijft maar geven, en geven en de figuurlijke en soms letterlijke rekeningen voor een ander betalen onder het mom van liefde. Is dat liefde? Of juist kenmerkend voor een gebrek daaraan? Aan eigen-liefde, liefde voor jezelf?


Misschien is het eerste even handig om op een rijtje te krijgen wat liefde precies is. 



Liefde is diepe acceptatie van en genegenheid voor, welgezindheid tot of toewijding voor een ander, of eventueel zichzelf. Het kan ook betrekking hebben op een dier, zaak of voorwerp.”


En hier gaan we dingen even scherp stellen, om inzicht te krijgen.

Acceptatie; ja! Doen! Maar is er ook acceptatie van jou, en jouw grenzen?


Genegenheid; graag! Geven en nemen! Genegenheid staat voor warmte. Of geef jij warmte, terwijl je zelf in de kou blijft staan?


Welgezindheid; prachtig! Heerlijk gevoel om dat naar iemand te hebben.Krijg je het niet, hoef je niet eens na te denken. 


Toewijding; geweldig! Om te zijn, en om te ontvangen.Maar waar liggen de parameters? Hoeveel tijd, geld, energie en aandacht vraagt het? 

Hier pauzeer ik  even, want ook toewijding kun je vreemd verpakken. Namelijk onder het mom van ‘ik geef, en daarom heb ik nu, of in de toekomst recht om te krijgen van een ander’. Ik geef of zorg in ruil voor bevestiging. 

Dat is geen toewijding, dat is economie. Eindeloos blijven zorgen voor, of op inzicht hopen van een eeuwig hulpbehoevende of gekrenkte ouder, ex, familielid of vriend(in) in ruil om gezien te worden in wat je wil laten zien. Gehoord te worden in dat wat gezegd wil worden. En dat is eigenlijk, eigenlijk altijd ‘HOU VAN MIJ!'  


En als dat gevoel niet diep verankerd is, in jezelf, is er een leegte. Een leegte die opgevuld moet worden. Met het geven om/zorgen voor/houden van een ander. Want dat is gemakkelijker

Dat, lief mens, is géén liefde. Dat heet vraag en aanbod. En hoe groter het aanbod, hoe groter uiteindelijk de devaluatie omdat de vraag wordt weggenomen en tot een vanzelfsprekendheid gemaakt.

Probeer maar eens uit, door een paar keer ‘nee’ te zeggen, ‘dit kun je ook zelf oplossen’, of 'daar heb ik geen zin in'. Of, 'ik vind het echt niet fijn als je je zo gedraagt.'

Krijg je acceptatie terug? Mooi, dan worden jouw grenzen gerespecteerd. In het andere geval all hell breaks loose inclusief woede, drama, zwartmakerij of manipulatie.  Wat zegt het antwoord je? Wat ontvang je van jezelf door daarnaar te luisteren?

Maar gelukkig biedt deze omschrijving ook een tweede mogelijkheid, dit alles voor JEZELF. 


Hey. Goh. En nu dan. Stel je voor dat je dat zou doen. Hoe zou dat voelen?


Raar. Dat voelt in eerste instantie apart.Omdat de meeste mensen die graag geven, moeite hebben met ontvangen. En wat is ontvangen? Heel simpel; luisteren. Luisteren is een ander ontvangen. Wat zegt de ander nu eigenlijk écht? Wat wil de ander nu eigenlijk écht? 


Soms is dat een boodschap die je eigenlijk niet wil horen. Het is de boodschap die diep binnen in je leeft. Die je dus al die tijd hebt willen wegstoppen onder de vlag van behulpzaamheid, liefde of genegenheid. 

Omdat dat is wat je zelf zo graag wil krijgen en ontvangen. Maar je kunt niet ontvangen, dus hoor je het ook niet. De boodschap waar je bang voor bent, is namelijk precies die boodschap die je wil wegzorgen, wegdrinken, en wegpraten. 

Dat is de reden waarom je vaak doet wat je doet, zenden om te ontvangen, maar dat kun je niet dus luister je niet, ook niet naar jezelf en ook niet echt naar de ander.


Want soms is die boodschap de meest pijnlijke; jij doet er niet toe, jij bent niet genoeg tenzij je maar blijft geven en geven en geven in een bodemloze put van aandachtsbehoefte. Negeer jezelf, luister niet naar jezelf.


Dát is niet jouw stem, het zijn hele oude programma's die dan gaan draaien.



Uit angst voor het gevoel er niet toe te doen, ben je een eigen grens overgegaan, zelf behoeftig geworden naar bevestiging en raakt die boodschap je dus precies daar, vol in die angst. En kun je niet meer naar jezelf luisteren.



Hoe zou het zijn als je wel daadwerkelijk kunt ontvangen? Daadwerkelijk luisteren naar wat er gezegd, gedaan en nagelaten wordt? Het mooie ontvangen, en het slechte herkennen?


Dát is wat loslaten een uitdaging maakt. Omdat je dan naar je grootste angst moet luisteren, en niet meer voorbij gaan aan jezelf. 


Dus waar begin jijzelf en eindigt een ander? Wat is loslaten? Ik zet het je even op een rijtje.


-GRENZEN AANVOELEN EN STELLEN. 

Omdat als je die niet in jezelf voelt, je grenzeloos bent en dus ook blind, doof en ongevoelig voor andermans grenzen, van mensen die het wel goed bedoelen, en die van jezelf. Wat doet pijn, op welk moment en waar? Wat voelt goed, en wat gaat er dan door je heen?


-DIE GRENZEN VERANKEREN.

Hoe doe je dat? Door een dagelijkse check in met jezelf. Waar voel ik wat in mijn lijf? Je lichaam is de grootste graadmeter, je hoofd speelt slechts schaak met jezelf en is jezelf steevast 15 stappen vooruit, dat laatste wordt ook wel 'smoesjes verzinnen' genoemd.

Waar heb je ongemakjes? Waar zegt je lijf ‘ho’? En waar juist 'go'? Korter geformuleerd; waar zit de pijn? Waar zit het plezier? Elke plek, elke orgaan staat voor een emotie. We zijn mensen. Op deze planeet. That’s all. Meer niet. Plaats het in perspectief.  

Je mág je gewaar worden van je pijn, sterker nog dat is goed en gezond. Het betekent dat je jezelf ontvangt. EN ONTVANGEN IS WAT JE MAG LEREN. OMARM HET. DUW HET NIET WEG. 


-DIE GRENZEN BEWAKEN.

Voel je met je lijf waar ze zitten? Mooi! 

Er zal overheen worden proberen te gaan. Definitely, geheid. Mensen geven een voedingsbron niet zomaar op. Je zult gevleid, verleid en gemanipuleerd en verweten worden. Met alle toeters en bellen. Met alle hulpeloosheid, schuldgevoel, verlangens, alles. Onthou dat dat geen liefde is. 

Blijf ze aanvoelen, die grenzen.



DUS. HOE MAAK JE JE HIERVAN LOS? 

Ontvang jezelf. Luister naar jezelf. Voel je eigen grenzen. Voel waar het pijn doet.  Luister ernaar. 

Soms is dat mooi wat je hoort, soms doet het pijn. Oprechtheid en puurheid voelen anders in je lijf dan manipulatie. Voel dat verschil, herken ze beiden.

Maar jij mag dat. JIJ. Ja, JIJ. 

Loslaten is jezelf toelaten, jezelf toestemmen. Afstemmen. 


WAT HEB JIJ NU NODIG? 

Dat zou je belangrijkste vraag moeten zijn.


Want leren, luisteren en loyaal zijn aan jezelf zijn nu het ding. Je bent niet de enige. Je bent niet alleen.  Je eigen verkeerde verdediging ontmantelen is niet niks. 

Ik kijk graag met je mee.

Ik verleen geen hulp, ik ben een wegwijzer. En wil je graag andere kanten laten zien. Andere perspectieven. Want de kracht zit in JOU.