woensdag 25 april 2012

Slotzaken



Nu het project is afgerond, is het natuurlijk leuk om te kijken of de door mij gevoelde veranderingen ook een wetenschappelijk te onderbouwen basis hebben.
Met andere woorden, is het effect aantoonbaar?
Het kan namelijk ook zo zijn dat ik me helemaal jofel voel, maar dat het eindresultaat hetzelfde is als na de vuurloop van Emile: nihil.
Dat zou best lullig zijn, want dan heb ik er op de lange termijn nog niks aan.

Dus.
Voordat ik de uitslag van de tweede test bij Ron Henfling kreeg,( zie voor de eerste, voorafgaand aan de trainingen, de post “Hartzaken” eerder op deze blog) heb ik aan Prof. Dr. Judith Homberg, medewerker aan de Neurobiologische afdeling van de Radboud Universiteit Nijmegen en winnaar van de Young Scientist Award 2011, gevraagd wat het effect op mijn hersens zou kunnen zijn.
Neurobiologie is, zeg maar, het ‘Wij zijn ons brein” gebied van de neurologie. Mijn vraag aan haar was simpel; kunnen er, door de training die ik onderga, blijvende gedragsveranderingen optreden? Of, iets gerichter; zijn mijn hersens in staat om, als ik op deze manier mijn grenzen leer stellen en mijn zelfvertrouwen vergroten, nieuwe verbindingen te kweken of nieuwe beloningsgebieden te activeren?
Het antwoord is ietwat technisch maar vooruit, bijt er maar doorheen:

“Er is een mechanisme, genaamd epigenetica,dat via omgevingsfactoren de expressie van genen langdurig kan veranderen. Deze genen liggen vast vanaf de geboorte en veranderen in principe niet meer, maar epigenetische veranderingen, veranderingen in DNAstructuur en daarmee genexpressie, stellen ons in staat om te leren van ervaringen als een  moleculair geheugen waarvan de gevolgen jaren later nog zichtbaar zijn.
Ik kan me voorstellen dat de trainingen die jij ondergaat ook epigenetische veranderingen induceren, wat jou in staat stelt op een later moment in het leven zware fysieke of mentale stressvolle situaties het hoofd te bieden. Dit zijn een soort neuroplastische veranderingen ( “ braintraining”; http://addkenmerken.net/neuroplasticiteit/neuroplasticiteit-en-gedachten/ ,D), en als er een trigger is kan genexpressie zodanig veranderen dat je de tools uit de kast haalt om naar de situatie te kunnen handelen. En de genen die tot expressie kunnen komen - of juist onderdrukt worden- zijn vaak betrokken bij die neuroplastische processen zoals meer of minder contact tussen neuronen (zorgen voor de verbinding tussen verschillende hersendelen, D.)  en zal je reactie op stimuli uit de omgeving veranderen. In positieve zin, maar soms ook in negatieve. Als je kijkt naar mensen die succesvol zijn in sport of beroep, zijn dat vaak mensen die niks cadeau hebben gekregen en hard hebben moeten vechten.
Controle of iets doorstaan kan dus inderdaad het beloningssysteem activeren.”

Mijn hersens zijn zodoende druk aan het werk geweest. Ja, nieuwe verbindingen en beloningsgebieden kunnen dus ook later nog aangelegd worden. En ja, de verandering is ook blijvend.
Ze benadrukt wel dat het op deze specifieke manier nog nooit onderzocht is, en dat het ook belangrijk is dat het verrijkend  gevonden wordt. Als het alleen maar als uitputtend wordt ervaren is werkt het niet.
En daarmee komen we weer terug bij Prof. Harm Kuipers; doorzettingsvermogen moet wél in aanleg aanwezig zijn.

Kijk eens aan. Tot zover het neurobiologische gedeelte, en met die wetenschap in het achterhoofd ga ik op naar Ron voor de orthomoleculaire uitslag.
Daar mag ik weer aan de inmiddels vertrouwde muis die de elektomagnetische waarden van mijn organen meet. Oef. Spannend.
Een van de motto’s van Krav Maga is “lichaam volgt hoofd”. Dit gaat eigenlijk op bij grepen waarbij je iemand aan het hoofd vasthoudt zodat iemand, om zijn eigen nek niet te breken, wel mee móet bewegen, maar zou ik, door me lichamelijk sterker te voelen mijn gevoel mee kunnen trekken en daarmee ook weer de daarmee corresponderende delen van mijn lichaam? Ergo;hoofd volgt lichaam volgt hoofd?
Het antwoord verschijnt al op het scherm.




Ik heb blijkbaar in de recordtijd van vijf weken, door me te laten afbeulen en weer opbouwen, me maanden of jaren van therapie bespaard.
Hoe cool is dat. Fantastisch. Ik word er helemaal blij van, voor zover ik dat nog niet was inmiddels.
Mijn grenzen: van rood naar groen. Opgebouwd dus.
Mijn huidwaarden ( die aan die grenzen gekoppeld zijn): in het groen.
Mijn voedselopname: is van rood naar geel gegaan. Twee stappen verbeterd, nog niet groen maar op de goede weg.
Dit is weer gekoppeld aan vertrouwen, wat hard aan het versnellen is, want mijn veiligheidsgevoel staat ook in het groen.
Alleen mijn botwaarden zijn rood geworden.
Daar kijk ik niet van op. Ik was geregeld bont en blauw.
Plus, ik heb nu een meniscus die broodnodig aan rust toe is en bovendien wordt er door krachttraining meer druk op het skelet gezet, waardoor er nieuw botweefsel moet worden aangemaakt. Dit is op termijn gezond, en correspondeert met het gevoel van ondersteuning wat nu ook rood uitslaat. Maar dat geneest door rust, waardoor alles zich nog meer settelt, en is work in progress.
Ik kon ook moeilijk verwachten meteen kant en klaar afgeleverd te worden, maar dit alles binnen vijf weken…tsjonge.



Niet dat ik me nu voel alsof ik geslaagd ben voor een examen, door deze uitslag, maar toch bevestigt het wel dat het af en toe goed is om een tijdje flink over je grenzen heen te gaan. Om ze weer sterker op te kunnen bouwen.
Niks mis mee. Neale Donald Walsh zei het al:
Life begins at the end of your comfortzone.




 Voor meer info over de NES-test;


Of tel.nr:
Ron: *31 (0)43 408 2560

Voor meer info over de training die ik heb gevolgd:
www.g-safe.eu



donderdag 19 april 2012

Last Dance


De laatste training zit erop.
Terugkijkend op wat er in die vijf weken gebeurd is, is dat nogal wat.
Ik heb geleerd hoe te handelen in een gevechtssituatie, en hoe balans te vinden op rare momenten.
Ik heb geleerd dat ik een stuk meer kan dan ik zelf voor mogelijk had gehouden.
En het allerbelangrijkste; ik heb leren doorbijten ( soms letterlijk), en niet op te geven.
Maakt niet uit wie je tegenstanders zijn, want het vaakst ben je dat zelf. In een onzekere bui lukt het soms niet om je onderbewustzijn tot stilte te manen, maar sissen en fluisteren er bange stemmetjes door je hoofd: “je kunt het niet, waarom zou je iets beter kunnen dan een ander?”
Dan krijg je rubberen knieën of voel je je op alle fronten verslappen.
Ik heb doosjes van de zolder in mijn hoofd gehaald en ze opnieuw geopend. Dat was pijnlijk, maar noodzakelijk. De bezem erdoor, om fris opnieuw te beginnen.

Om de boel af te ronden mag ik alles uit de kast halen wat aan bod is gekomen, de koprollen – nu vanuit actie, de ademhaling, de trappen, de stoten en vooral, het doorgaan.

Want uiteindelijk is het dat waar het al die tijd om gedraaid heeft; een gevecht aan te kunnen als je al dood- en doodmoe bent.
Een gevecht is nooit leuk, het is niet mooi, niet stoer en als je kunt moet je het vermijden, maar net als met stress komt het nooit op een moment dat het uitkomt. Nooit als je er klaar voor bent. En meestal als je denkt; nu kan het echt niet erger, I’ve hit rock bottom, moet het ergste nog komen.
Dus kun je maar beter zorgen dat , ook als je dingen niet aan ziet komen, je in elk geval in staat bent ze het hoofd te bieden.

Vandaar nog een rondje extra, en zoals gewoonlijk denk ik er na de eerste worstelpartij weer vanaf te zijn.
Die is al zwaar, ondanks aanmoediging vanaf de zijlijn, maar het verschil met de eerste keer was dat ik nu meer in staat ben openingetjes, hoe klein ook, te zien. Die probeer ik te gebruiken, alleen worden die keer op keer in de kiem gesmoord: hup, terug jij.
Op de momenten dat het niet meer lukt met techniek grijp ik terug naar de ouderwets vrouwelijke manier – ik krab tot bloedens toe.
Who cares, ik lig hier te vechten voor m’n leven en als ik me met m’n nagels naar de finish toe moet werken, dan moet het maar met m’n nagels.
Ook een raar gegeven trouwens, mijn hele leven heb ik een soort terughoudendheid gehad om mensen, wat ze ook deden, pijn te doen. Ik kan wel stellen dat die weg is, die terughoudendheid. Heel even flitst er een “ai” door mijn hoofd als ik een stuk vel van Gabriel’s oor tussen mijn vingers voel, totdat ik besef dat ik me daar overheen zal moeten zetten. Mijn armen liggen evenzeer open en daar gaat hij ook niet bepaald teder mee om.
Mezelf bevrijden, daar gaat het om.



Als dat gelukt is kan ik nog een keer aan de bak. Hè? Ik dacht dat ik klaar was. Nee, natuurlijk niet.
Ik mag weer in mijn lievelingsdwangbuis en moet nog een keer los zien te komen.Die allerbelangrijkste les mag ik nu in praktijk brengen: niet opgeven.
Ook al ga ik twintig keer neer, en ik ben moe, zo moe, ik blijf me omhoog werken en terugvechten. Er borrelt van alles bij me op, ik sta hier niet voor niks mezelf in het zweet te werken dus wat heb ik geleerd? Komop. Zelfs professor Harm Kuipers schiet door mijn gedachten, ik probeer alle tools die me zijn aangeleverd te gebruiken, alle lessen van iedereen die op mijn pad is gekomen te benutten. Tegenslag om te zetten naar winst.

Het moment dat ik me los kan rukken slaat niet in als een bom, het duurt even voordat ik besef dat ik mijn eigen grenzen heb verlegd.
Maar dan durf ik het ook voorzichtig toe te laten, ik heb, misschien zelfs voor het eerst in mijn leven, mijn angsten gebruikt  om mezelf te redden. Ik heb ze nu eens niet klakkeloos opzij geschoven maar ze erkend voor wat ze zijn: mijn eigen mentale PK’s om me nog even te boosten als ik dat heel hard nodig heb.

Ik heb een cadeau gekregen wat ik de rest van mijn leven nog heel vaak ga uitpakken.







vrijdag 6 april 2012

Champ




Om wat meer zicht te krijgen op hetgeen ik aan het doen ben, wilde ik graag met iemand praten die me dat zowel wetenschappelijk als ervaringsdeskundig kon uitleggen, iemand die ik ongelooflijk dankbaar ben omdat zijn tijd onvoorstelbaar kostbaar is:
Professor Harm Kuipers, hoogleraar Sport, Bewegen en Gezondheid, tevens oud-wereldkampioen langebaanschaatsen.
Hij verklaart wat er met me gebeurt, en hoe daar een vertaalslag naar het bedrijfsleven, relaties, studies en andere persoonlijke doelen van te maken is. Ik leg me langs zijn meetlat.

Waar ik iemand heb die me telkens een stukje verder dwingt dan ikzelf dacht te kunnen, deed Harm dat bij zichzelf – hij was zijn eigen coach, en combineerde zijn sportcarrière daarbij nog eens met een studie geneeskunde.
Iets wat ik bewonderenswaardig vind. Om jezelf zo te kunnen pushen getuigt van een enorme wilskracht. Dat, zo blijkt maar weer eens,is de crux van het hele verhaal. 

Zijn uitleg:
-         Elke prestatie die je wil bereiken bestaat, op een 100 procentschaal, voor 70% uit aanleg ( “talent”) en voor 30%  uit training.
-         Die aanleg kan bestaan uit bouw, karakter, mentaliteit of IQ.
-         100% is topsport, maar iemand  met een aanleg van bijvoorbeeld 30% kan zijn doel door te trainen ( of studeren, of werken) ook weer met 30% verhogen. Als je je persoonlijke top maar haalt.

“Het verschil echter, tussen winnaars en verliezers, tussen doorzetters en voortijdige afhakers, is een kleine 1% van dit alles.
Dat is het vermogen om, op het moment dat het ertoe doet, je mentale PK’s te voorschijn te halen. De wil te vinden door pijn heen te gaan en boven jezelf uit te stijgen.
Dit kun je filosofisch, wetenschappelijk of zelfs religieus uitleggen, maar voor alles wat je heel erg graag wil, zul je verdomde hard je best moeten doen. Gemakkelijk bestaat niet.En ja, dat kost bloed, zweet, en tranen.”

Ik zie ook wel eens mensen die echt tegenslag na tegenslag krijgen. Daar snap ik het wel van dat ze het niet meer op kunnen brengen.

“Gebrek aan doorzettingsvermogen kun je niet zomaar terugvoeren op een slechte jeugd, of op wat deuken die je hebt opgelopen. Want waarom gooit de een het bijltje er bij neer, en waarom spoort het een ander juist aan iets van zijn leven te maken? Ik geloof dat dat in aanleg aanwezig moet zijn. Dat zijn die mentale PK’s. Je moet ze alleen tevoorschijn weten te halen op het juiste moment. En daar heeft de een meer aanleg, talent dus, voor dan de ander.”

Ik vraag of dat te maken heeft met hoe je aankijkt tegen mislukkingen, met mijn eigen crash in het achterhoofd.

“Dat was geen mislukking! Je bent eerst moegemaakt door een man van twee meter breed, veel sterker dan jij. Heb je alles gegeven wat in je zat?  Dat is wat telt. In 1974 werd ik tweede tijdens het wereldkampioenschap. Ik wist dat ik moest schaatsen tegen iemand die op die afstand veel beter en sterker dan ik was, en dat het heel, heel zwaar zou worden. Het enige wat ik kon proberen was zo dicht mogelijk bij hem in de buurt te blijven schaatsen, voor zo lang als ik kon. Dat heb ik niet tot op het laatst volgehouden, ik zag niks meer, het was zwart voor m’n ogen. Mijn hoofd bonkte, alsof het uit elkaar kon springen. Uiteindelijk werd ik tweede, maar dat telde voor mij meer als de eerste plaats het jaar erop, omdat het mijn meest zwaar bevochten finish was. Ik was leeg, en meer had ik niet kunnen geven. Maar ik had een persoonlijke grens verlegd, mezelf overwonnen. Daarna voelt alles anders als dat punt. Put juist kracht uit tegenslag en verlies.Vanuit daar bouw je op.”

Ik denk de bedoeling te begrijpen van de training, de gedachte erachter. Mijn mentale PK, mijn nitrobutton is ingebouwd.

“Nee, die had je al. Je leert 'm nu te bedienen.Ieder mens is vanuit de oertijd geconditioneerd op overlevingsdrang, survival of the fittest. Daarbij draait alles voortdurend om keuzes maken, op het juiste moment. Vecht je, of vlucht je? Dit kun je ook zien als vluchten voor jezelf, of het gevecht aangaan met jezelf om verder te komen, dingen te bereiken. Studeer ik, of ga ik op stap? Zelfdiscipline. Je had het zwaar, maar je gaat toch door? Ook dat zijn keuzes. Leer daarvan.”

Van een wereldkampioen beschouw ik dat als een compliment. Maar dan moet je ook echt in jezelf en je keuzes blijven geloven, niet altijd gemakkelijk.

“ Iedereen twijfelt wel eens, maar dat geloof is belangrijk.Toen ik voor het eerst tegen de “grote jongens”moest rijden leidde mijn gebrek aan zelfvertrouwen er wel eens toe dat ik mentaal al verslagen was, terwijl ik nog moest rijden- het Calimero effect. Toen ik me dat realiseerde kon ik me  mezelf toespreken als ik het gevoel van slappe benen had: normaal heb je dat ook niet, dus het is inbeelding en je kan het. “



Het geloven in zichzelf, de veerkracht om tegenslag tot winst om te draaien en zijn  PK’s gebruikt Harm nu harder dan ooit; hij is sinds 2010 gediagnosticeerd met prostaatkanker, en sinds eind 2011 ook met slokdarmkanker. De tijd die hij nog heeft besteedt hij aan sportvliegen,-  "het gevoel van vrijheid"- en het helpen van andere mensen.

Ik vind het bijzonder dat ik daar heel even een van heb mogen zijn.
Dank je wel Harm, you’re a true champion.
Een voorbeeld, en een enorme inspiratie.


woensdag 4 april 2012

Ondersteboven





Yoga.
Dat zag ik niet aankomen.
Niet dat ik nu op een matje “oooooohm” heb zitten zoemen, maar aangezien het allemaal om balans draait: de kopstand.

Heb ik even opgezocht. Want wat is hier de bedoeling van? Swami Satchidananda – breek daar je tong maar eens over- zei:
“Op je hoofd kunnen staan, betekent veeleer op je voeten léren staan.”
Aha, voilà.
Er wordt aangeraden deze oefening in fases, over enkele dagen verspreid, te doen zodat lichaam en geest kunnen wennen. Nu hebben lichaam en geest toch al de nodige opdonders te verduren gehad de afgelopen tijd, en zijn ze inmiddels gewend zich snel aan te passen. Het leverde dus geen problemen op om dit er in tien minuten doorheen te jassen. Toch was niemand was meer verbaasd dan ik toen ik daadwerkelijk op mijn hoofd stond. Wow.

Het schijnt ook wonderbaarlijke effecten te hebben, en ik citeer:
“In de kopstand is de druk tussen wervels andersom. De wervelkolom zoekt een goed evenwicht. De aders kunnen zich volledig ontdoen van hun onzuiver aderlijk bloed (wat is dat?! D.) en krijgen de tijd om hun elasticiteit te herstellen. Hersenen en aangezicht worden extra doorbloed. De huid van het gezicht wordt weer strak en fris.”

Zo zag het er niet uit, maar dat effect komt waarschijnlijk later nog. Elasticiteit is altijd goed.
Een ander effect wat zich wel eerder aandiende – waarschijnlijk door de extra doorbloeding van de hersenen, dat zal het zijn- was dat ik nu eindelijk eens terug begon te knokken. Toen ik heel moe was.
Heel lang overheerste het gevoel in mijn armen, en was het enige wat ik dacht : Zo.Het is wel klaar nu. Genoeg geoefend. Ik heb dorst. Ik wil m’n flesje drinken.
Niks ervan. Niks flesje en al helemaal niks klaar. Doorgaan met stoten, hup.
Pas toen ik tegen de muur geplakt werd en de druk weer te groot voelde worden hoorde ik ineens een zielig “neeeee” uit m’n keel opborrelen. Was ik dat? Ja, blijkbaar, want daar waar dat eerst niet lukte, was ik nu in staat een zwieper te geven en los te komen. Hoe? Ik heb geen flauw idee.
Kennelijk vielen de stukjes op hun plaats en had ik m’n reservebatterij gevonden. Next thing I knew is Gabriel die met zijn armen een hoerabeweging maakt.
“Proficiat, je hebt zojuist 105 kilo aan de kant gesmeten.”
Vond ik best een doorbraak.
Ik was er compleet ondersteboven van.





Fotografie: Michel Vanderhoven

  
Slideshow: Waselino

  
Voor meer informatie over zelfverdediging op basis van Krav Maga: www.g-safe.eu

maandag 2 april 2012

Pics, part two

Michel Vanderhoven, the floor is yours again….
More actionpics


So check the facebook fanpage:

www.facebook.com/MichelVanderhovenPhotography
MichelVanderhovenPhotography

Slideshow by Waselino, also on Facebook :https://www.facebook.com/waselino